Het gele torentje van Hornhuizen is al van verre zichtbaar. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

Het gele torentje van Hornhuizen is al van verre zichtbaar. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

 

De kerk van Hornhuizen
De kerk van Hornhuizen ligt aan de Breeweelsterweg in het uiterste noordwesten van Groningen valt al van verre op door zijn machtige 15e-eeuwse toren. Eeuwenlang is deze toren een baken voor schippers op zee geweest, letterlijk een vuurtoren. De driezijdig gesloten 19e eeuwse zaalkerk vervangt haar middeleeuwse voorganger. De bovenkant van de 15e eeuwse toren is gesneuveld in 1815 en enkele jaren later van een nieuwe kap en vrolijk gekleurde spits voorzien. Binnen zien we een gedrukt houten tongewelf en enkele mooie grafstenen, o.a. een uit 1498 met koperen schild. Vooral in het verleden, maar ook nu nog is de koepelvormige lantaarntoren van de kerk een baken voor de scheepvaart op de Waddenzee. Kenmerkend zijn de gebruikte kleuren aan deze torenspits, fel geel en rood.

 

Een afbeelding van de voormalige kerk van Hornhuizen. Oorspronkelijke bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Een afbeelding van de voormalige kerk van Hornhuizen. Oorspronkelijke bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.

Bouwgeschiedenis
Met de plaatsing van een smeedijzeren uurwerk door Derck Elles in 1679 geeft hij niet langer alleen de richting, maar ook de tijd aan. In de kroniek van klooster Bloemhof wordt Hornhuizen voor het eerst genoemd bij de naam Howerahusum: huizen van de bewoners van de houw (van het Oudfriese howa hoeve, hofstede). Hornhuizen heeft een kerk die in 1247 door brand verloren is gegaan. Aldus een schrijven van abt Menko. De bisschop van Münster eist schadevergoeding: honderd Münsterse munten. De kerk wordt herbouwd in romaanse of laatromaanse stijl. De bovenkant van de toren stort in 1815 in, vermoedelijk door open vuur. In 1818 wordt hij tot op kerkhoogte afgebroken en weer enkele jaren later krijgt de romp een tentdak met felgeel geschilderde vierkante houten spits en open lantaarn (‘peperbus’). De steunberen aan de westzijde steunen de toren al vanaf de bouw. Tegelijkertijd met de bouw van de `nieuwe’ toren, krijgt de luidklok uit 1617, die oorspronkelijk aan de kerk van Ranum toebehoort, hier een plaats. In de toren is graffiti bewaard gebleven van Franse soldaten die hier in 1810 gelegerd zijn geweest.

 

In de toren is graffiti bewaard gebleven van Franse soldaten die hier in 1810 gelegerd zijn geweest. In de toren is graffiti bewaard gebleven van Franse soldaten die hier in 1810 gelegerd zijn geweest.

 

De kerk wordt gebouwd als onderdeel van het naburige Oldeklooster rond 1170. Deze kerk is echter afgebrand in 1247 in een strijd tussen twee partijen in Hunsingo, zoals vermeld wordt door abt Menko. Een andere mogelijke verklaring voor de brand zou het open vuur in de toren kunnen zijn geweest. Kerktorens langs de kust zijn namelijk gebruikt als vuurtorens. Na deze brand eist de bisschop van Münster een schadevergoeding. Er wordt gestart met de bouw van een vervanger in romaanse of laat-romaanse stijl. Het is niet zeker wie de beschermheilige is van de kerk. Afgaande op een zegel van pastoor Rembertus uit 1414 is het Maria, maar volgens een zegel van pastoor Derck uit 1515 kan het ook Nicolaas zijn geweest. In 1850 is de huidige neogotische kerk gebouwd op de fundamenten van de voorganger die wat groter is. In 1989 en 1996 zijn uitgebreide restauraties uitgevoerd. In 1989 worden de torenbekroning, het dak en het muurwerk hersteld en in 1996 volgen het interieur en het exterieur van kerk en toren.

 


De achttiende eeuwse herenbank heeft een opzetstuk met de wapens van de families Meckema van Aylva-van Camstra, geflankeerd door twee schildhouders in de vorm van eenhoorns. De bank herinnert aan de in 1802 afgebroken Tammingaborg. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

De achttiende eeuwse herenbank heeft een opzetstuk met de wapens van de families Meckema van Aylva-van Camstra, geflankeerd door twee schildhouders in de vorm van eenhoorns. De bank herinnert aan de in 1802 afgebroken Tammingaborg. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

 

 

Interieur
De kerk heeft een gedrukt houten tongewelf. De vloer is gelegd met plavuizen en bevat een aantal grafzerken. Het meeste meubilair is behouden gebleven na de bouw van de nieuwe kerk in 1850, al is er wel een nieuwe preekstoel gekomen. In 1800 heeft men torenmuur achter het orgel beschilderd met een balk en draperieën.


Het interieur van de kerk bevat ook een aantal stukken die afkomstig zijn van bewoners van de nabijgelegen Tammingaborg te Hornhuizen, welke in 1802 afgebroken is. De eigenaren van deze borg zijn zeer verweven met, zo niet van, Friese adel. Zo bevindt zich in het koor een herenbank uit het begin van de 18e eeuw met het alliantiewapen van Meckema Van Aylva-Camstra, geflankeerd door twee schildhouders in de vorm van goud-zilveren eenhoorns. Deze herenbank is hoogstwaarschijnlijk geschonken door de toenmalige eigenaren van de Tammingaborg, Hans Willem van Aylva en zijn vrouw Barbara van Camstra. Hans Willem is de kleinzoon van Scipio Meckema van Aylva, Heer van Tammingaborg, Hornhuizen en Kloosterburen. Scipio is de broer van de schoonzoon van Julius van Meckema en diens vrouw Lucia van Dekema († 1638 en 1652), van dit paar ligt ook een gebeeldhouwd hardstenen zerk in de kerk. In het koor bevindt zich ook een nog ouder zandstenen grafzerk met bronzen wapenschild van Allert Tamminga († 1498), dit wapenschild wordt later ook door de familie Van Ewsum gevoerd. Allert is de zoon van Onno Tamminga en Emeke Asinga. In 1509 is Emeke eigenaresse van zowel de Tammingaborg te Hornhuizen als de Asingaborg te Warffum.

 

 

De kerk van Hornhuizen met de imposante toren voorzien van twee steunberen is een rijksmonument (nr. 23670). Deze foto dateert van 15 februari 2012 en is gemaakt door de Stichting Oude Groninger Kerken. Licentie: Creative Commons.

De kerk van Hornhuizen met de imposante toren voorzien van twee steunberen is een rijksmonument (nr. 23670). Deze foto dateert van 15 februari 2012 en is gemaakt door de Stichting Oude Groninger Kerken. Licentie: Creative Commons.

 

 

Grafzerk van Allert Tammynghe

ANNO DOMINI MCCCCXCVIII, DES DAGHES NA SUNTE JOHANNES BABTISTA, STARF ALLERT TAMMYNGHE, HOVELINCK TO HOERHUSEN, DEN GOD GHENADICH SY. AMEN.
Wapen: Gedeeld: I een dwarsbalk; II effen [Tamminga, in spiegelbeeld].
N.B. Koper. Afgebeeld: GSL, blz. 140/141. Sterfdag 25 juni.
GDW, blz. 117, nr. [376].


 

Opschrift op een balk

... ANNO DOMINIE 1603 DOE HEFT DEN E. E.E JU[NCKER] SICKE VAN DEKEMA, ERFHOFLINCK TOE JELLUM, TAMMINGABORCH, DEN ED. ... VEEL DOCHTSAEME JUFROUW [EMELIE ?] VAN TAMINGA, VROWE384 VAN DECKA, UNIAUS COLLANTOR VAN DESER KERKEN ...NKES, [ITIEN?] JANS KERCKFODEN IN DIEN TIDEN
N.B. Uit afgebroken kerk of toren te Hornhuizen of Kloosterburen, nu in schuur van boerderij Wester-Aikema, Niekerk (H.). Balk ingekort, zwaar beschadigd en ten dele bereikbaar.
Sicke van Dekema en Hille Tamminga. Zie: OBS, blz. 179.

GDW, blz. 383, nr. [1998].

 

 

 

 

Statenbijbel uit 1682
De kerk is in het bezit van een Statenbijbel uit 1682. De eerder genoemde Hans Willem van Aylva laat deze bijbel na aan de kerk van Hornhuizen, zijn erfgenamen dragen de bijbel over op 30 juli 1776. Deze 11,5 cm dikke bijbel van wel 7,5 kg is bijzonder rijk versierd voor een bijbel in de ietwat sobere protestantse traditie. De kapitalen aan het begin van de pagina's zijn zeer uitbundig en ook staan er veel landkaarten in, bijvoorbeeld van het paradijs. De bijbel heeft twee zilveren boeksloten met de wapens van de ouders van Hans Willem van Aylva: Douwe Ernst van Aylva en zijn vrouw Tjemke van Heemstra.

 

 

Wapen, waarbij: D. E. V. AYLUA, A° 1686: Gevierendeeld: I Aylva [2]: II een omgewende staande eenhoorn [helmteken Aylva?]; III een leeuw [Houwerda?]; IV Meckema. Hartschild: drie rozen.

GDW, blz. 384, nr. [2001][a].


Wapen, waarbij: T. V. HEMSTRA, A° 1686: Gevierendeeld: I en IV Van Heemstra; II en III een leeuw. Hartschild: een dubbele adelaar.
N.B. Afgebeeld: OGK, blz. 163, nr. 5.
N.B. Op zilveren krappen. Douwe Ernst van Aylva en Tjemke van Heemstra. Zie: OBS. blz. 179. GDW, nr. 2002 J. B. Rietstap. De wapens van den tegenwoordigen en den vroegeren nederlandschen adel. Groningen 1890. Blz. 289.

GDW, blz. 384, nr. [2001][b].

 

DESE BYBEL, MET SILVEREN KRAPPEN MET DE WAPENS VAN AYLVA EN VAN HEEMSTRA, NAGELATEN BY ZYN EXCELLENTIE DE H.W.GB. HEER HANS WILLEM BARON VAN AYLVA, IN LEVEN LT. GENERAAL VAN DE INFANTERIE TEN DIENST VAN DEN STAAED DER VEREENIGDE NEEDERLANDEN EN HEER VAN HORNHUISEN, IS TER EUWIGER GEDAGTENIS DOOR ZYN H.W.GB. ERFFGENAMEN AAN DE KERK VAN HORNHUISEN GEDONATEERDT DEN 30E JULY 1776. J. VAN GEUSAU ALS GELASTIGDE VAN GESAMENTLYKE ERFFGENAEMEN.

N.B. Handschrift. Zie: GDW, nr. 2001.385

GDW, blz. 384, nr. [2002].

Marmeren avondmaalstafel uit de 18e eeuw en een avondmaalsbeker(kan) uit 1684. Marmeren avondmaalstafel uit de 18e eeuw en een avondmaalsbeker(kan) uit 1684.
Marmeren avondmaalstafel uit de 18e eeuw en een avondmaalsbeker(kan) uit 1684.

Avondmaalsbeker en avondmaalstafel
Verder is de kerk nog in het bezit van een avondmaalsbeker uit 1684, vervaardigd door Gerardus ter Beek en een gemarmerde avondmaalstafel uit de 18e eeuw.

 

Inscriptie op de beker

DESE BEECKER IS GEORDONNEERT UIT DE KERCKEMIDDELEN UIT LAST VAN DE HOOGHEEDELYKE HEER ERNST DOUWE VAN AYLUA, HEER TOT TAMMINGABORGH EN HORNHUISEN ENDE DERSELVER KERCKE UNICUS COLLATOR, ALS PASTOOR WAS DE EERW. JOHANNES MATTHIAS SCHEELIUS, UIT DE PALS TWEEBRUCKEN, IN 'T 42 JAER VAN SYN BEDENINGE, EN DE E. JAN CORNELLIS EN DE E. PETER REMKES KERCKVOEGDEN WAEREN ANNO 1684.

Wapen: Aylva [2].
N.B. Afgebeeld HLZ, nr. 102.

GDW, blz. 385, nr. [2003].

 

Zerk van Julius van Meckama
Een gebeeldhouwde zerk uit de zeventiende eeuw herinnert aan de hoofdeling Julius van Meckama (†1638) en zijn vrouw Lucia van Deekema (†1652) met twaalf wapenschilden. De zerk van ds. Scheelius moet vooral onderstrepen dat hij zijn klassieken kent; het opschrift meldt dat deze pastor ecclesiae hornhusanae et cloosterburanae geboren is in biponto-palatinus: het hertogdom Pfalz-Zweibrücken.

 

De luidklok in de toren van de kerk dateeert uit de 17-eeuw. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.
De luidklok in de toren van de kerk dateeert uit de 17-eeuw. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

 


Meer over de toren

 

Uitzicht vanaf de toren. Foto: ©Jur Kuipers.

Uitzicht vanaf de toren. Foto: ©Jur Kuipers.

 

Aan de noordkant van de toren bevindt zich een gemetselde traptoren die toegang verschaft tot de verdiepingen van de toren en de kerkzolder. Er zijn nog gewelfaanzetten zichtbaar in de onderste torenruimte. Een houten trap in de toren leidt naar het oksaal. Het uurwerk uit 1679 is van de hand van 'Meister Derck Elles tot Suithom' en het bevindt zich op de eerste verdieping van de toren. Dit uurwerk heeft een ingeslagen inscriptie met maker en jaartal. De klok is in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg en in 1818 overgeplaatst van de kerk van Ranum bij Winsum, welke in 1815 werd afgebroken.

 

 

Het oude uurwerk in de toren van de kerk. "Het huidige uurwerk dat ik fotografeerde heeft een slinger (op de betreffende foto rechts in beeld) dat even voor 20.00 uur 's avonds wordt gegrepen door een soort klip (rechtsonder te zien) zodat het uurwerk even stil komt te staan - de torenklok geeft dan al 8.00 uur aan, want het loopt voor, - de slinger wordt vervolgens exact om 20.00 uur weer losgelaten. Zo geeft de wijzerplaat dus altijd de exacte tijd aan…8.00 uur… Tenminste… zo is mij dit verteld…" (Jur Kuipers). Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

Het oude uurwerk in de toren van de kerk werkt nog steeds. "Het huidige uurwerk dat ik fotografeerde heeft een slinger (op de betreffende foto rechts in beeld) dat even voor 20.00 uur 's avonds wordt gegrepen door een soort klip (rechtsonder te zien) zodat het uurwerk even stil komt te staan - de torenklok geeft dan al 8.00 uur aan, want het loopt voor, - de slinger wordt vervolgens exact om 20.00 uur weer losgelaten. Zo geeft de wijzerplaat dus altijd de exacte tijd aan…8.00 uur… Tenminste… zo is mij dit verteld…" (aldus Jur Kuipers). Foto: ©Jur Kuipers, 2020.


Inscriptie uurwerk

DIT UIERWERCK MET DE BEIDE WIESER HEEF MEISTER DERCK ELLES, WONACHTICH TOT SUITHORM, UIT LAST VAN DE HOGEDELGEBOOREN ADREGEN ADMEN VAN TAMMINGABORGH NIEWS GEMACKT ALS PASTOER WAS IOANNES MATTHIES SCHEELINS UIT DE PALS. 'T WELEK IS GEM. ANNO 1679 ENDE REGIGER DE E. HEER DOCTOR WILHELMUS METTINGH. PIETER JANSEN, COSTER.

N.B. Uiterst primitief ingehakt. Opdrachtgever zal geweest zijn Ernst Douwe van Aylva. Zie: OBS, blz. 179. Scheelins moet zijn Scheelius. Zie: GDW, nr. 2003. Met regiger wordt redger bedoeld.

GDW, blz. 384, nr. [1999].


De toren is een van de momenteel acht locaties van het project 'Landmerken'. De torens van alle betrokken kerken bieden namelijk een weids uitzicht over het landschap. Zo biedt de kerktoren van Hornhuizen een goed uitzicht over het wad en kan Schiermonnikoog gezien worden. In de toren is ook nog graffiti te zien met onder andere een boodschap van Franse soldaten die in 1810 in Hornhuizen gelegerd zijn geweest.

 

De achttiende eeuwse herenbank heeft een opzetstuk met de wapens van de families Meckema van Aylva-van Camstra, geflankeerd door twee schildhouders in de vorm van eenhoorns. De bank herinnert aan de in 1802 afgebroken Tammingaborg. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

De achttiende eeuwse herenbank heeft een opzetstuk met de wapens van de families Meckema van Aylva-van Camstra, geflankeerd door twee schildhouders in de vorm van eenhoorns. De bank herinnert aan de in 1802 afgebroken Tammingaborg. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.


Inrichting
Met zijn, door een doophek omgeven preekstoel aan de zuidmuur, tegenover een monumentale herenbank, lijkt ook de inrichting typisch 17e-eeuws. Het ruggenschot van de bank uit circa 1730 heeft een kuifstuk met het gekroonde alliantiewapen Meckama-Van Aylva-Van Camstra tussen twee steigerende eenhoorns. Heraldiek en inscripties maken duidelijk dat ook de zilverbeslagen kanselbijbel en de avondmaalsbeker er niet gekomen zouden zijn zonder tussenkomst van de borgbewoners. In de, voor het protestantisme, rijkelijk versierde Staatsbijbel staan veel plattegronden, waaronder een van het paradijs.

 

Wapens: Rechts: Meckema van Aylva. Links: Van Camstra. Schildhouders: twee zilveren eenhoorns met gouden hoorn, hoeven, manen en staart.
N.B. Afgebeeld: Groningen. Geïllustreerd maandblad, 1918/1919. Blz. 129, waar de schildhouders nog niet gekleurd zijn. Hans Willem van Aylva, op Tammingaborg, Hornhuizen, 1732, overleden aldaar 3 mei 1776, gehuwd Menaldum 15 oktober 1730 Barbara van Camstra, overleden 1732. Zie als voren, blz. 128. OBS, blz. 179.

GDW, blz. 384, nr. [2000].


Het 18-eeuws orgel uit de kerk van Hornhuizen. Orgelnummer: 724. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

Het 18-eeuws orgel uit de kerk van Hornhuizen. Orgelnummer: 724. Foto: ©Jur Kuipers, 2020.

 

Orgel
Het orgel is oorspronkelijk gemaakt als huisorgel in het midden van de 18e eeuw voor de heer Stipriaan Luïscius te Delft. In 1820 is het orgel door Hermanus Knipscheer overgebracht naar het Blinden-instituut te Amsterdam. In 1832 kopen de kerkvoogden van Hornhuizen dit orgel aan. De firma J. Bätz & Co. uit Utrecht verzorgt de verhuizing en de plaatsing van het orgel in de loop van 1832-'33. Het orgel is destijds in het bezit van een hoofdwerk met zeven stemmen, een neven- of onderwerk met drieënhalve stem en een aangehangen pedaal. In 1851 wordt het orgel voorzien van een nieuw front door Petrus van Oeckelen. Het orgel wordt dan geplaatst in de nieuwe kerk als balustradeorgel op het oksaal, gedragen door twee gemarmerde Ionische zuilen. Op de balustrade wordt ook een lessenaar geplaatst. In 1900 is het orgel verkleind door J. Doornbos. Hij verwijdert het tweede werk en hij plaatst dit later in de Doopsgezinde kerk te Noordhorn. Het orgel wordt in 1960-‘62 ingrijpend gerestaureerd door de firma H.J. Vierdag uit Enschede. De musicerende engelen op de orgeltorens en het medaillon onder het pijpenfront met afbeeldingen van instrumenten zouden nog uit de 18e eeuw kunnen dateren. Het orgel is nog steeds in het bezit van het aangehangen pedaal.

 

Op deze wat oude foto zijn de slingerpaden nog goed te zien. Op het kerkhof zijn nog enkele zerken zichtbaar. Foto: Cascade 1987.

Op deze wat oude foto zijn de slingerpaden nog goed te zien. Op het kerkhof zijn nog enkele zerken zichtbaar. Foto: Cascade 1987.

 

De koepelvormige lantaarntoren van de kerk is een baken voor de scheepvaart op de Waddenzee. Kenmerkend zijn de gebruikte kleuren aan deze torenspits, fel geel en rood, met bovenin een windroos.
De koepelvormige lantaarntoren van de kerk is een baken voor de scheepvaart op de Waddenzee. Kenmerkend zijn de gebruikte kleuren aan deze torenspits, fel geel en rood, met bovenin een windroos.


Kerkhof en slingertuin

Uit het onderzoek van de notulenboeken van vergaderingen van kerkvoogden en notabelen is gebleken dat vanaf omstreeks 1870 het kerkhof vele malen onderwerp van bespreking is geweest. In die periode is het kerkhof zeker niet het visitekaartje voor de kerk. Enkele grafzerken worden door de nabestaanden goed onderhouden, maar vele andere zijn inmiddels sterk vervallen geraakt. Het kerkhof is (deels) omringd geweest door een sloot en rondom hebben fruitbomen gestaan.


De trap in de kerktoren.
De trap in de kerktoren.

De taak van de koster heeft bestaan uit het maaien van het gras en het openhouden van de sloten rond het kerkhof. Verder is het hem ten strengste verboden geweest om op het kerkhof zijn vee te laten grazen. De opbrengsten van het grasgewas, het gekapte hout van de bomen en de vruchten van bijvoorbeeld appels- of perenbomen komen in de kas van de kerkvoogdij terecht. Van tijd tot tijd worden houtboeldagen gehouden waarvan de opbrengst een aanvulling vormt op de inkomsten van de kerkvoogdij. Met het geld kunnen kerkvoogden dan weer nieuwe bomen kopen, die als ze volgroeid zijn weer voor nieuwe inkomsten zullen zorgen.


Zo is er in Hornhuizen net als bij vele andere kerken sprake van een voortdurende cyclus van planten, groeien en kappen van bomen. Geen begravingen meer In 1872 laten kerkvoogden van Hornhuizen met het oog op een herinrichting van het oude kerkhof Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kloosterburen weten dat het kerkhof rond de kerk niet langer voor begravingen gebruikt zal worden. Naast gewoon onderhoud gebeur er gedurende een lange periode niets met het kerkhof. Dertig jaar lang wordt het kerkhof met rust gelaten. Omstreeks 1900 verschijnt het onderwerp 'het oude kerkhof’ opnieuw op de agenda van de vergaderingen van kerkvoogden en notabelen. Aanvankelijk worden slechts daar waar aan de zuidkant van het kerkhof oude (peren-)bomen zijn gesneuveld nieuwe bomen geplant. Uit latere notulen blijkt dat ter plekke ook andere bomen hebben gestaan: gesproken wordt over 'ellerbomen', waarmee misschien elzenbomen worden bedoeld. Nog steeds wordt elk jaar in de staten van Inkomsten en Uitgaven van de kerkvoogdij een post opgevoerd voor verkochte (manneke-)peren. Dat blijft zo tot het begin van de twintigste eeuw.


Een nieuwe tuinaanleg
In de herfst van 1904 wordt in de gezamenlijke vergadering van kerkvoogden en notabelen een eerste plan gepresenteerd om het oude kerkhof van Hornhuizen 'naar de eisch des tijds' aan te leggen. Niet alle kerkvoogden zijn het eens met de plannen, en uitvoering wordt op de lange baan geschoven. Daardoor doet de gelegenheid zich voor om een jaar later met een veel uitgebreider plan voor het opknappen van het oude kerkhof te komen. Nu wordt een heus ontwerp met bestek en tekening gepresenteerd, opgemaakt door tuinman B. Borkhuis uit Ulrum. Dit plan, alhoewel veel duurder dan het eerste, wordt door kerkvoogden en notabelen unaniem geaccepteerd. Alleen het aanbrengen van een omheining om het kerkhof blijft buiten het bestek.


Over de kosten van zo'n nieuwe omheining zal nog jarenlang gediscussieerd worden. In totaal zullen de kosten van aanleg en verfraaiing van het oude kerkhof bijna f 300,- belopen, en voor een goede omheining is nog eens ruim f 200,- nodig. Dat laatste vinden de meeste kerkvoogden te veel of ze vinden het niet nodig. Een door de plaatselijke smid opgemaakt bestek met tekening voor een sierlijk ijzeren hek wordt vanwege de hoge kosten afgewezen. De witte paaltjes die na het gereed komen van de nieuwe aanleg zijn geplaatst, voldoen immers goed en zelfs bij grote drukte zoals tijdens de jaarlijkse kermis blijken de paaltjes afdoende bescherming te bieden.


Tuinman Borkhuis kan, nadat hij zijn plan van aanleg in november 1905 persoonlijk in de vergadering van kerkvoogden en notabelen nog eens heeft toegelicht, aan de slag. Voor het opruimen van de oude bomen, heggen enz. en het schoon opleveren van het terrein ontvangt Borkhuis de som van f30,. Verder is een uurloon afgesproken voor de tuinman zelf en zijn knechten.


De tekening en het bestek van tuinman Borkhuis zijn helaas niet in het kerkarchief van Hornhuizen bewaard gebleven. De eerder genoemde luchtfoto laat echter vrijwel zeker de aanleg zien zoals die door Borkhuis is ontworpen. Deze doet denken aan de 'slingertuinen' die we bij veel boerderijen aantreffen. Op het kerkhof is echter geen plaats voor een vijver of een kunstmatig opgeworpen heuveltje. Wel zijn er de voor deze slingertuinen gebruikelijke kronkelende paden en boomgroepen aanwezig. Van deze vroegere aanleg van het kerkhof resteert waarschijnlijk alleen het rijtje bomen aan de zuidzijde.


'Plantzoeneeren'
Slingertuinen komen in het laatste kwart van de negentiende eeuw in de mode. Als inspirator voor deze romantische landschapsontwerpen moet tuinarchitect L.P. Roodbaard worden beschouwd. In de provincie Groningen is tuinarchitect Vroom uit Glimmen een bekende ontwerper. Deze wordt onder andere ingeschakeld door de kerkvoogden van Finsterwolde om het gebied rond kerk en toren in te richten en te verfraaien. Ook bij andere kerkelijke gemeenten bestaat zeker rond het jaar 1900 en later de wens om het rond het kerkgebouw gelegen oude kerkhof te transformeren tot een soort slingertuin of wandeltuin. Vaak wordt daarbij gesproken over de aanleg van een 'plantzoen' op het kerkhof. Met deze term wordt het aanbrengen van een beplanting van heesters en bomen bedoeld. In enkele stukken wordt zelfs het werkwoord 'plantzoeneeren' gebruikt.


Soms zijn in documenten uit kerkarchieven uitgebreide gegevens te vinden met vermelding van boomsoorten en heestersoorten. Veel vaker echter zijn de vermeldingen erg summier. Gegevens over al of niet uitgevoerde plannen voor een herinrichting van hun kerkhoven zijn in Groningen te vinden in de kerkarchieven van onder andere Usquert, Finsterwolde en Ten Boer, en in het Westerkwartier in Niehove en Zuidhorn. Veel kerken hebben dus aan deze mode meegedaan.


Foto's van kerkhoven waaruit nog iets af te leiden is over het precieze beplantingsschema uit een bepaalde periode zijn helaas zeer schaars, en dat maakt de aanwezigheid van de luchtfoto van het kerkhof van Hornhuizen zeer bijzonder. De slingertuin op het kerkhof van Hornhuizen betreft een sterk vereenvoudigde versie van een deftige slingertuin. In Hornhuizen komt er dan ook geen bekende tuinarchitect aan te pas, maar een tuinder uit het nabije Ulrum.


Zerk van Julius Meckama en Lucia Deekema

ANNO 1638, DEN 25 NOVEMBER, STERF DE HOOGEDELGEBOOREN HEER JULIUS VAN MECKAMA, JUNCKER EN HOOVELINCK TOT HORNHUYSEN EN KLOSTERBUYREN.

ANNO 1652, DEN 26 OCTOBER, STERF DE HOOGEDELGEBOOREN VROU LUCIA VAN DEEKEMA, HUISVROU VAN DE E.H. JULIUS VAN MECKAMA, OUT 69 JAAR, EN BEIDE HIER BEGRAVEN.

 


Wapens en helmteken, vergezeld van twee tulpen: Rechts: MECKAMA. Links: DEEKEMA.
Bovenzijde, zes wapens naast elkaar: EYSINGA, EYSINGA, AYLUA [2], MECKAMA, BOTNIA, MECKAMA. Onderzijde, zes wapens naast elkaar: BURMANIA, EYSINGA, BURMANIA, BOTNIA, AYLUA [2], AYLUA [2].
In de rand: ANNO 1683.

GDW, blz. 385, nr. [2006].

 

Conclusie
De aan het begin gestelde vragen over datering van de Hornhuizer slingertuin, de aanleiding voor zijn aanleg en de naam van de ontwerper kunnen door het onderzoek in elk geval voor een deel worden beantwoord. Hoe lang de slingertuin op het kerkhof van Hornhuizen precies heeft bestaan, is niet bekend. De mode van het 'plantzoeneeren' en het aanleggen van slingertuinen op oude kerkhoven gaat voorbij. De grote belasting die het onderhoud van een dergelijke tuinaanleg met zich meebrengt, zal hierbij een rol hebben gespeeld.

 

Tot besluit
De kerk en toren komen in 1978 in bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken en worden in twee fasen gerestaureerd; in 1989 de torenbekroning, het dak en het muurwerk, in 1996 het in- en exterieur van de kerk en toren. Na de restauratie heeft de kerk de bestemming van dorpshuis gekregen. De toren, waarvan de lantaarn de oude kleurstelling heeft gekregen, fungeert nu weer als baken voor de schippers op het Wad, een functie die de torens aan deze kust eeuwen hebben gehad.

 

In het dorpsgezicht steekt de gele toren boven ales uit. Foto: ©Jur Kuipers.

In het dorpsgezicht steekt de gele toren boven ales uit. Foto: ©Jur Kuipers.

 

Noten, bronnen en referenties:

 

 


 

Noten, bronnen en referenties:

1. SOGK, Stichting Oude Groninger Kerken.
2. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
3. Wikipedia, kerk van Hornhuizen.
4. Rijksmonumenten.nl
5. Wija Friso, Cascade 1987, Een slingertuin rond de kerk van Hornhuizen
6. GDW, Groninger Gedenkwaardigheden, Pathuis/Alma.
7. Hornhuizen.nl (deze link werk niet meer).

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 13 juli 2021.
Revisie: 16 september 2023.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top